Etiqueta: anticlericalismo

https://lh5.googleusercontent.com/-e3cehSfyCS8/TjFqu_pgvhI/AAAAAAAAwts/emRoHhnL_vk/s560/Judiciferrer01.jpg //// Juicio de Ferrer y Guardia, autor desconocido //// Wikipedia //// http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Judiciferrer01.jpg

  • Caos educativo gracias a la prohibición de los Jesuitas

    One gathers that in Spain that they are somewhat regretful that they were in such a hurry to get rid of the Jesuits. From Barcelona, which was one of the principal centres of Jesuit educational work, it is reported that the dissolution the Order and the departure of its members from the newest of Europe’s republics has caused an educational crisis.

    One of the first things that the Government of President Zamora did after taking over the reins of power from the ancient Spanish monarchy was to warn the Jesuits that they had better stick on the job, as it was realized that there would be a crisis if the schools maintained by the Order were closed. In December the Government adopted its new constitution, which contained, among other things of a revolutionary character for Spain, provisions for the dissolution of the Jesuit Order. It was thought then that the Government would give plenty of time before the expulsion was ordered, time enough, at least, for the Government to reorganize the schools.

    But the extreme anti-clerical factions got busy [ilegible]. They got what they wanted and the Jesuits were ordered to pack up and depart. The decree came suddenly.

    […]

    At colleges and other schools which have been taken over by the various State educational authorities their efforts to carry on have been futile because a majority of former students refuse to attend the re-organized classes.

    […]

    For one thing the students that were attending were there for specialized instruction, largely along scientific lines, that the Jesuits were prepared to give. With the Jesuits gone, there was nobody to do it.

    […]

    In Barcelona the Chemical Institute has been closed. Its founder and director, Father Eduardo Vitoria, is the author of numerous books on chemistry that are quoted in scientific circles everywhere. The Institute maintained one of the stiffest possible courses in chemistry and the certificates it gave graduates were preferred by Spanish employers to the diplomas given in the State scientific schools.

  • Bombardeo Plaza España, defenestración piano, saqueos posteriores

    Cuenta papá que las tropas de Franco se levantaron en Africa el 18 de julio. Al día siguiente una bomba los sacó de la cama. Su papá, el yayo José, fue a investigar a la luz de un día sin sol. «Quedaros tranquilos en casa, voy a ver qué ha pasado». Al volver, cuenta papá, el yayo José explicaba que jamás había visto tanta «carne en la calle». La Plaza España de Barcelona había sido bombardeada. Transeúntes, gente de a pie, los primeros obreros que esperaban el metro, inocentes todos: muertos. Bastó y sobró para que la familia se preparara para salir a la calle.

    Cuenta, ahora la historia, que el pueblo de Barcelona se enfrentó al ejército y lo venció. Un pueblo que se agrupaba alrededor del anarcosindicalismo. Las bravías teorías de Bakunin, Proudhon y Malatesta, eran anatema de las de Marx y Lenin. Los anarquistas no estaban ni con unos ni con otros. El primer frente, después de espantar al ejército, fueron las iglesias, conventos y colegios de curas y monjas. El clero temblaba y huía por los pasillos subterráneos.

    Cuenta papá que lo que vio aquellos días, cuando apenas era una adolescente, lo acompañó en sus recuerdos hasta el día de hoy. Papá vio como quemaban los cuadros y las esculturas de las iglesias. Como los gitanos de la calle Los Ladrilleros, en nombre del anarquismo lanzaban un piano de cola de alto balcón del convento de la calle Guadiana de Sans [es decir, el Colegio Sagrada Familia de las Hermanas de la Sagrada Familia de Urgel, ve por ejemplo Manuel García Gargallo, L’ensenyament de l’església a la ciutat de Barcelona, ahora parte de la Escola Joan Pelegrí]. La fuerte impresión de ver las monjas momificadas emparedadas en los subterráneos pasillos que comunicaban del convento al de los curas. «Monjas con sus fetos en brazos…».

    El escarnio esperpento de Valle-Inclan finalizaba en la Diagonal donde en desfile carnestolendo al grito de «a las barrricadas» proclamaba el triunfo de la Revolución. Camiones llenos de obreros, gitanos, chulos y todas «las putas del barrio chino» que se iban para el frente de Aragón. Así lo vio papá y así me lo ha contado una y otra vez. Después la historia comenzó a complicarse. Lo que pretendió ser un golpe de Estado militar se transformó en una guerra civil. Una apretada guerra mundial que sirvió de ensayo general para la gran guerra. La última guerra idealista del siglo de las guerras.

  • Revolución social en las afueras

    De volgende morgen in alle vroegte werd ik gewekt door schoten. Geïsoleerde knallen en het doffe dreunen van kanonnen in de verte. Daartussen gaapte een doodse stilte. Geen tram ging voorbij, geen auto. Ik wist uit ervaring wat deze stilte betekende: Algemene staking. Juanito had dus toch gelijk gehad… Ik snelde de straat op.

    Het werd een gedenkwaardige Zondag, een van de drie, vier dagen die een mens nooit meer vergeet.

    Daar wij aan de rand van de stad woonden, waren wij volkomen afgesneden. Geen nieuws drong tot ons door, er viel niet aan concrete berichten te komen. Maar het dreunen van de kanonnen zei genoeg.

    Alvorens de stad in te gaan, klommen wij op een van de heuvels die naar de Tibidabo omhoogleiden, en van daar uit konden wij geheel de uitgestrekte stad overzien. Verscheidene vliegtuigen cirkelden onheilspellend boven de centrale wijken en rondom het fort Montjuich dat de haven beheerst. Dikke rookpluimen stegen van verschillende punten op. Brandende kerken! Brandende kloosters! Dikwijls waren gehele stadswijken door de rook verhuld.

    Bijwijlen werd zo intensief geschoten, dat er geen twijfel aan kon bestaan of er werden echte veldslagen geleverd. Het was aangrijpend in de starre, blauwe, van brandlucht bezwangerde zondagmorgen. De straten beneden ons waren uitgestorven. Slechts op de heuvel zaten hier en daar nog andere mensen met angstige gezichten omlaag te staren naar de dreunende stad.

    Toen wij de heuvel weer afklommen, wisten wij één ding met zekerheid: een tocht door de stad zou levensgevaarlijk zijn. Maar de onwetendheid, het isolement was ondraaglijk. Waar was Juanito? Wat deden de overige vrienden en kameraden? Wij besloten een voorzichtige verkenningstocht te beginnen; hoe hadden wij zo dom kunnen zijn die nacht naar huis te gaan. Allen hadden het geweten, waren er bijtijds bij geweest…

    Slechts zeer weinig mensen kwamen wij tegen op straat. Haastig en schuw, met sombere gezichten. Op de kleine Plaza, een kwartier van onze woning verwijderd, vonden wij enige mannen bijeen op het terras van een klein café, dat maar half geopend was. De meeste ijzeren rolluiken waren nog neergelaten. Met hun gedempte stemmen zaten de mannen druk te redeneren. Wij zetten ons in hun buurt om enig nieuws te kunnen opvangen, doch nadat zij ons wantrouwig van terzijde hadden aangezien, vervolgden zij met nòg zachtere stem hun gesprek.

    De kellner die ons bediende, was hermetisch en afgetrokken. ‘Ik weet van niets.’ zei hij. ‘Er wordt geschoten. Waarschijnlijk een militaire opstand… Iedereen had het wel kunnen voorspellen dat…’

    Hij voltooide zijn zin niet. Er was een plotseling tumult, een auto suisde over het pleintje en verdween in een andere straat. Op de rugzijde stond met grote ruwe krijtletters: ‘C.N.T.’ geschreven.

    Wat betekende dat? Vlucht? Occupatie?

    Een tweede auto kwam aangesuisd. Hij hield midden op het plein stil. Aan alle kanten loerden geweerlopen naar buiten. Aan alle kanten was het opschrift ‘C.N.T.’ aangebracht. Uit de auto kwamen een man en een vrouw; de overigen bleven zitten, en spiedden onophoudelijk om zich heen. De man richtte een revolver op onze kleine groep en riep kort en scherp: ‘Manos arriba!’ (handen omhoog!). De vrouw trad op ons toe. Zij zwaaide in haar rechterhand een grote hamer. Nooit zal ik het gezicht van deze jonge arbeidster vergeten. Het was als droeg ze slechts bij toeval haar ruw zwart kleed. Haar gezicht had een harde, vastberaden uitdrukking. Zij richtte een vraag die ik niet verstaan kon aan de mannen die met opgeheven handen naar haar toe liepen. Dan een korte woordenwisseling tussen haar en de inzittenden van de auto, die met dreigende gezichten naar ons keken. En terwijl wij langzaam de handen lieten zakken, zette zich de auto met de revolutionairen weer in beweging. Hij maakte voorzichtig een toer rondom het gehele plein, en verdween dan even plots als hij gekomen was.

    Gewapende arbeiders… dat was dus de Revolutie…

    Wij stonden op met kloppende harten, konden niet meer drinken van de emotie. En wij hadden ook geen lust een tweede maal in deze pijnlijke situatie te geraken, voor het proletariaat waartoe wij zelf behoorden ‘handen omhoog’ te moeten staan. Als stonden wij aan de andere zijde…

    Tegelijk met ons verlieten ook de andere lieden het café, en de bezitter liet nu het laatste rolluik naar beneden ratelen. Het schieten was weer luider geworden, de straten waren volkomen leeg. Van welke hoek zouden de verdwaalde kogels komen? In welke straat zou ons plotseling de eerste charge verrassen?

    Onze woning lag nog als een veilige burcht tegen zijn heuvelflank. Maar het was een onrustige nacht die wij er doorbrachten, want er werd nu schier ononderbroken geschoten, ofschoon het niet zo luid aandeed als overdag.

  • Derribo del Cristo del Tibidabo

    Julià Gibernet Munt, de 45 años y de profesión guardia urbano de Barcelona, se fue a lo alto del Tibidabo junto con un grupo de republicanos. Una vez allí, ató una cuerda al cuello de la estatua del Sagrado Corazón de Jesús que coronaba la montaña. Todos tiraron con fuerza y la imagen cayó. Un crimen simbólico que el régimen no perdonó. Gibernet fue detenido tres años después y condenado el 26 de mayo de 1939, tras un juicio sumarísimo, a 15 años de prisión.x

  • Pérdidas en Teruel, misa secreta en Barcelona

    Feia més dun any que la guerra durava. Cada dia que passava les privacions eren més grans, i la fe de molts trontollava. Havíem ja vist caure i desaparèixer a tants dels nostres millors!

    Per acabar-ho d’adobar, els diaris i les ràdios d’aquells dies anaven plens de la batalla de Terol, que es desenrotllava sota uns elements completament desfavorables. El fred i les nevades més terribles s’havien ensenyorit d’aquells paratges erms, i la lluita era ferotge, apocalíptica… Els diaris parlaven de conquestes i d’avanços que a voltes resultaven imaginaris. El Mansueto, l’estació del ferrocarril, el seminari, fins es parlava ja de la plaça «del Torico», aquella plaça irregular, porticada, amb tant regust de poble, on encara unes setmanas abans d’esclatar la revolta, m’hi havia passejat per sota les seves voltes tant plenes d’encisos, enmig de la jovenalla riallera i sorollosa que sempre han estat els aragonesos.

    No ens ho crèiem… Terol resistiria, Terol no es podia perdre… I amb aquesta esperança vàrem passar aquell Nadal, trist també, perquè encara no vèiem la fi de la nostra tragèdia.

    Un consol inefable vareig tenir enmig de tanta tribulació. En la tarda d’aquell Nadal, gràcies a un de tants sacerdots a qui no s’agraïrà mai la serena valentia en complir la seva santa missió en aquells dies de dol i de misèria, vareig pogué rebre la sagrada Comunió.